woensdag 25 december 2013

1661 STILLE NACHT IN SALZBUG


*

1661 STILLE NACHT IN SALZBUG

*

 

*

WAAROVR HET GAAT
Kerstmis 2013 wordt voor DE Christenen van over de gehele wereld, memorabel. Ook ’n beetje voor ondergetekende. Al moet er heden ten dage voor ’t gemak van redeneren, abstractie gemaakt worden van de hevigste Christenvervolging aller tijden.
Die vervolging kan, zo moeten we vaststellen, meerdere vormen aannemen. Onderduims en geniepig zoals in onze landen, en wreed en meedogenloos in landen waar de Islam geheel of gedeeltelijk aan de macht is. Het is zo erg, dat zelfs De Schandaard, de kwaliteitsgazet zoals ze zelf zeggen, er vandaag een hoofdartikel aan wijdtt…. Maar goed, op andere dagen van het jaar, zoiets te durven zeggen of schrijven zou weer … racistisch zijn, en racisme en haat zaaien lijk dat heet, zoiets moet hoognodig en bij hoogdringendheid worden beteugeld. Dergelijke beteugeling-muilkorving is dan ook voor direct na de Verkiezingen, want nu zou het wel eens ‘contraproductief’ kunnen werken. Eerst moet de bevolking de muilband weer opgezet krijgen….
Wat aan Kerstmis zo memorabel aan is, stond deze morgen in de hoofdlijnen in al de Italiaanse gazetten: Paus Franciscus I is verkozen tot Mediafiguur v/h Jaar. Niet alleen haalde hij een week voordien de eervolle titelpagina van de grootste tijdschriften ter wereld, zelf de spotters en de atheïsten sluiten zich hierbij aan. Het is nog wel geen Nobelprijs voor de Vrede, maar daar hoef je dan ook, zoals Houssein Barack Obama  helemaal niets voor te doen. Pàpa Franciscus heeft er ook niets voor gedaan: hij is alleen zichzelf gebleven, naar het voorbeeld en als Plaatsvervanger van zijn Goddelijke Meester.
De Italiaanse pers is wild enthousiast over de Kerstviering met Hem in de bomvolle ‘Basilicà San Piëtro’ di Roma, samen met de honderdduizenden gelovigen onder de sterrenhemel op het St Pietersplein en tot ver in de omliggende straten.
Na het voorbidden van het Angelus-gebed, vandaag om 12 uur, zal Paus Franciscus op datzelfde bomvolle St Pietersplein, de wereldbekende zegening voor de Stad en de Wereld uitspreken ‘Urbi et Orbi’, waarna hij er weer schalks kan aan toevoegen …’t buon appetito per tuti’…..
*
Voilà, en nu bennen jullie in de juiste stemming om onze Kerstwensen voor een Zalige Hoogdag aan te nemen. U zou er een gezongen ‘Stille Nacht, Heilige Nacht’ op video bijgekregen hebben, moest onze computer-technicus ons niet tot het einde van deze week hebben doen wachten.

.

TEKST V/D INSPIRATIE

Kerstverhaal: “Stille Nacht”

Posted on 24 december 2013  door E.J. Bron

*

 De legende gaat als volgt: De muizen zouden de blaasbalg van het orgel hebben aangevreten, zodat de nachtmis op kerstavond zonder muzikale begeleiding moest plaatsvinden. Maar gelukkig is daar dan deze bedrijvige jonge hulppriester, die gitaar speelt en gedichten schrijft. Hij schrijft op 24 december 1818 nog snel een kerklied en rent ermee naar de organist, die er pijlsnel een melodie bij bedenkt. Daarmee is de avond gered en wordt het bekendste kerstlied ter wereld geboren.

Dat is een mooi verhaal, maar helaas klopt het niet. Het orgel bevond zich in een slechte toestand, maar zeker nog bespeelbaar. De dichtende hulppriester had zijn onsterfelijke vers al twee jaar daarvoor geschreven en de componist volgde in zijn melodie een beproefd patroon. Wat is er dus werkelijk gebeurd? Eerst is daar de dichtende hulppriester, Joseph Mohr, een kleine, bleke man met tuberculose, zijn leven lang ziekelijk en kortademig, wat hem er niet van weerhoudt pijp te roken. Mohr komt uit allerarmste omstandigheden. Hij wordt op 11 december 1792 in Salzburg als derde kind van een naaister geboren, die vier buitenechtelijke kinderen van net zoveel mannen ter wereld brengt. Mohrs vader is een gedeserteerde soldaat, die hij nooit zal zien.

Slechte omstandigheden

Joseph Mohr is een slim en opgewekt kind en ook nog muzikaal. Zulke mensen kan de kerk gebruiken, zodat de vicaris van het domkoor van Salzburg ervoor zorgt dat hij naar het gymnasium kan. Daarnaast zingt en speelt hij viool aan de universiteit en in het stift St.-Peter. Na zijn studies filosofie en theologie wordt Mohr tot priester gewijd. In oktober 1817 begint hij als hulppriester in Oberndorf bij Salzburg – datzelfde Oberndorf, waar een jaar later “Stille Nacht” voor het eerst klinkt.

Daartoe zou het echter bijna niet gekomen zijn, omdat hij het direct aan de stok krijgt met de plaatsvervangend geestelijke, zijn meerdere, omdat hij schoolkinderen aan hun oren en haren trekt en slaat, niet serieus genoeg is en omdat het hem “ontbreekt aan de nodige ondergeschiktheid”.

Ook de componist was afkomstig uit armoedige omstandigheden

Dan hebben we Franz Xaver Gruber, de componist van “Stille Nacht”. Een ander type, hoewel ook komend uit arme omstandigheden. Zijn vader, een linnenwever uit het Opper-Oostenrijkse Hochburg, zit thuis de hele dag voor zijn weefgetouw om zijn grote gezin te kunnen onderhouden. En ook de componist van “Stille Nacht” heeft zijn kinderjaren en jeugd aan het weefgetouw doorgebracht, maar de leraar op school geeft hem muziekles en laat hem in de kerk op het orgel spelen.

Op zijn achttiende kan Gruber bij de organisten van de stadsparochie in het Beierse Burghausen zijn muzikale opleiding perfectioneren. In slechts drie maanden leert hij “tijdens diensten de bas op het orgel aldaar te bespelen”, zal hij veertig jaar later nog trots schrijven. In november 1807, op 20-jarige leeftijd, wordt Gruber benoemd tot leraar van Arnsdorf, tegenwoordig een voorstad van het twintig kilometer verwijderde Salzburg, destijds een klein boerendorp. De leraar van de dorpsschool was vroeger ook vaak de organist van het dorp en Gruber is zelfs organist in twee verschillende plaatsen: in Arnsdorf en het drie kilometer verwijderde Oberndorf.

Een “nieuwe compositie, die met veel bijval werd geproduceerd”

En precies daar, in Oberndorf, overhandigt op 24 december 1818, zoals Gruber tientallen jaren later zal schrijven, “de toenmalige hulppriester, de heer Joseph Mohr, de organist Franz Gruber een gedicht met het verzoek hierbij een passende melodie voor 2 solostemmen inclusief koor en  gitaarbegeleiding te willen schrijven.” De beide solostemmen waren Joseph Mohr, die ondanks zijn tuberculose een mooie tenorstem had, en Gruber, die een bas baritonstem had. Hier is geen sprake van een kapot orgel, nee: Mohr en Gruber zongen “hun nieuwe compositie, die met veel bijval werd geproduceerd”, vermoedelijk volgens het met Benedictus overeenkomende oude Ordinarium Missae.

Je kunt je het goed voorstellen: Mohr klimt met zijn gitaar omhoog naar Gruber op de galerij van de St.-Nicolaaskerk, een Zuid-Duits Rococo-bouwwerk, waar de mannen van het koor al klaarstaan. Het is ijskoud, alleen de kaarsen branden. Mohr wrijft zich in zijn handen, stemt de gitaar, terwijl Gruber het met de hand geschreven notenblad op de balustrade van de galerij legt en er een kaars naastzet. Dan stemmen de dichter, de componist en de koorzangers even kort op elkaar in, werpen een laatste blik op de kleumende gemeente beneden, knikken naar elkaar – en dan horen de zoutschippers en boeren van de gemeente voor het eerst het tegenwoordig populairste en meest verbreide kerstlied ter wereld. Niemand vermoedt dat in dit uur in het Oostenrijk van Metternich, waarin het herstel en de censuur ervoor zorgen dat de mensen zich op kleinburgerlijke wijze in zichzelf terugtrekken, een wereldhit ten doop wordt gehouden, een lied, dat in 330 talen vertaald en ooit bij meer dan 3 miljard mensen bekend zal worden.

PERSOONLIJKE BENADERING
Volgens mij was het een schitterend idee van E.J. Bron, om in dit kerstartikel de man achter het lied in volle klaarte te zetten. Het is bijna of we, net als de herdertjes bij nachte, erbij mochten zijn!
Ik weet niet of er een Hemel bestaat zoals ons Geloof dat voorhoudt, maar bewijs van het tegendeel bestaat nog altijd niet. Er moet zich dus daar ergens Hierboven een leuke anecdote hebben voorgedaan, in de zin van een knipoog van het Jesu-kindeke op de schoot van zijn Hemelse Moeder, naar de twee helden van de dag met hun eenvoudige maar pakkende herinnering aan wat ooit was, daar in Bethlehem: in de Nacht der Nederigen.
Vergeten we  dus niet – en daar zijn we weer helemaal terug bij het begin van dit stukje – dat er toen ook al Christenvervolging bestond. Want het Gezinnetje van de stal in Bethlehem, diende, om het vege lijf te redden, in allerijl te vluchten naar Egypte…
Vluchten naar Egypte zou de dag van vandaag echter geen optie meer geweest zijn. Nog minder naar de overige buurlanden, Libanon, of Syrië. Het zit er dus dik in, dat het Kerstverhaal helem aal anders had kunnen eindigen. In een asielaanvraag in Vlaanderen bijvoorbeed. Iets dat zelfs Félix Timmermans met zijn  boek ‘Het Kindeke Jezus in Vlaanderen’ lange tijd geleden al had voorzien…
Het probleem is echter, dat in de tijd van Wannes Raps hier nog geen NGO-zottekes rondliepen, die van Christenen liever de hielen dan de tenen zagen….

Geschreven door AABEE via Digitalia

*

 

*

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten